Een goede 20 jaar geleden werd ik tijdens mijn praktijkexamen meteorologie veel geconfronteerd met deze wolkenvelden. Het examen duurde een week. ’s Ochtends om vijf uur startte je met het maken van de weersverwachting die je dan om 8 uur vertelde aan de piloten, in dit geval de docenten. Die stelden dan vragen over de weersituatie om je kennis te testen. Vrijwel de hele week trokken er stratocumulusvelden van de Noordzee over de vliegbasis en als docent weet je dan echt niet meer wat je moet vragen waardoor dit vragenuurtje in de loop van de week (gelukkig) niet veel meer voorstelde.
Stratocumulusvelden ontstaan door grootschalige optilling van lucht. De lucht koelt af en condenseert waardoor er wolken ontstaan. De wolken die zijn ontstaan botsen tegen een hogere, warmere luchtlaag waardoor ze niet verder kunnen opstijgen. Doordat de aanvoer van vochtige lucht van onderaf gewoon doorgaat spreiden de wolken zich uit met als gevolg uitgestrekte wolkenvelden. De Noordzee kan een prima brongebied zijn voor dit soort wolkenvelden. Met een hoog boven het Verenigd Koninklijk en een noordwestelijke stroming boven de Noordzee drijven de wolkenvelden vanaf zee over Nederland. Het is dan wachten op verandering van de stroming of een verandering van luchtsoort. Gebeurt dit niet dan kan je dagenlang met de grijze wolkenvelden blijven zitten.
Vanmorgen waren er ook stratocumulusvelden boven Flevoland. Uitgestrekte wolkenvelden met nauwelijks structuur trokken er over de provincie. De vogels, aalscholvers en ganzen, staken duidelijk af tegen de grijzige lucht. In de loop van de ochtend werd de aangevoerde lucht droger waardoor de wolken grotendeels oplosten.

